dinsdag 3 januari 2017

Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom?

De boeken die mij erg aanspraken waren Titaantjes en Extaze. In de eerste hebben de Titaantjes een duidelijk beeld van de wereld en hoe zij willen zijn. Later blijkt dat zij dit helemaal moeten aanpassen. Dit lijkt op een soort ontnuchtering. Dit vond ook plaats in het boek Extaze. In dit boek ind de ontnuchtering plaats wanneer de valse ideeën van Taco over Cecile niet waar blijken te zijn. Deze ontnuchteringen en veranderingen spreken mij erg aan, omdat ik vind dat ik dit wel kan terug vinden in mijn eigen leven.

Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest en waarom?

Ik vind de lessen over de verschillende stromingen literatuur heel interessant om te horen. Ik heb namelijk geen geschiedenis in mijn vakkenpakket, al vind ik het wel een leuk vak. Dus door de lessen over stromingen te volgen en de bijbehorende filmpjes te bekijken kreeg ik toch  nog wat mij van de geschiedenis van Nederland.
Verder vond ik het analyseren van poëzie en de verschillende stijlfiguren leren leuk.

Welke ervaringen met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand?

Ik heb eigenlijk alle boeken met tegenzin gelezen. Ik hou sowieso niet erg van lezen en in deze gedwongen sfeer werd het er niet beter op. Ik heb moeite met het concentreren op boeken, zeker wanneer ik niet meteen in het verhaal wordt gesleept. Langdradige boeken zijn voor mij erg lastig om te lezen. Af en toe had ik ook moeite met de taal, maar dat was vaak na een aantal hoofdstukken wel over. Ik had ook eigenlijk weinig tijd om de boeken te lezen, omdat ik het lang erg druk heb gehad. In mijn vrije tijd had ik dan niet zo'n zin om mijn Nederlandse Literatuur te lezen.

Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken?

Ik ben zeker anders tegen literatuur aan gaan kijken. In de onderbouw las ik nog redelijk veel en ook boeken die ik niet voor school hoefde te lezen. Ik zag literatuur toen meer als een uitdaging, terwijl ik het nu als een last zie. Het koppelen van stromingen en kenmerken van stromingen aan boeken vind ik wel erg leuk, Dit was iets wat ik in de onderbouw nooit had gedacht dat te moeten doen.

Stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn

Ik merk heel duidelijk dat ik de opdrachten maake, omdat het moest. Ze zijn niet allen even goed uitgewerkt. Ik ben niet trots op mijn werkproces in de 5e, ik had hier mijn opdrachten niet op tijd om mijn blog staan. Ik ben wel tevreden met het feit dat ik voor de zesde in de zomervakantie al ben begonnen en in de zomervakantie de 4e en de 5e klas heb bijgewerkt.

Welke plaats denk je literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?

Ik denk dat ik voorlopig geen boeken zal lezen, maar misschien later wel weer een boek op zal pakken. Ik denk dat ik mijn tijd beter ergens anders aan kan besteden. Als ik een boek zou lezen zou dit waarschijnlijk een boek zijn met een onderwerp dat mij aanspreekt en een tempo dat hoog ligt.

Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Ik ben niet de ideale persoon om dit te vragen, omdat ik naast slecht concentreren een aantal andere redenen heb om lezen niet fijn te vinden, maar ik zou het blog houden. De opdrachten die op het blog staan kun je goed gebruiken bij bijvoorbeeld je mondeling. Ik zou als leraar wel een duidelijker beeld geven van welke boeken mogen worden gelezen en welk niveau zij zijn.

donderdag 20 oktober 2016

Bint

Auteur: F.Bordewijk
Titel: Bint
Uitgave: Nijgh & van Ditmar, Den Haag, 1934
Aantal pagina's: 78

Korte samenvatting: (scholieren.com) 
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen. 
De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. 
De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. 
Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee. 
Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek. 
Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. 
Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. 
Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). 
De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk. 
“De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. 
De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school. 

Wat is Nieuwe Zakelijkheid?
-Korte zinnen
-Geen tot weinig beschrijving van gevoelens
-De inhoud gaat vaak over zaken, het moderne leven en sociale bewogenheid, actuele en economische toestanden

Bordewijk maakt veel gebruik van korte zinnen met weinig bijvoeglijke naamwoorden.

Van Bree lijkt een heel koel en gevoelloos karakter door de manier waarop Bordewijk omgaat met emoties in het boek. Bordewijk laat deze namelijk weg. Hij beschrijft alleen de gebeurtenissen. Bijvoorbeeld wanneer een jongen zelfmoord pleegt en het bijna lijkt alsof het van Bree koud laat.


dinsdag 30 augustus 2016

Extase: een boek van geluk

Auteur: Louis Couperus
Uitgever: L.J. Veen Wageningen
Jaar:1892

Korte samenvatting(scholieren.com)
Cecile van Even, een dertigjarige weduwe en moeder van de twee kinderen Dolf en Christie, wordt door haar zwager Dolf van Attema op een bezoek uitgenodigd, daar zij zich na de dood van haar man heel weinig buitenshuis vertoont. Ze belooft te komen. Bij het bezoek aan haar zuster Amelie de volgende avond ontmoet ze Dolfs oud- tante mevrouw Hoze en een vriend van Dolf, Taco Quaerts. Cecile vindt hem bij deze eerste ontmoeting niet sympathiek: “Zijn figuur had iets zeer krachtigs, iets energiek flinks, iets van het gewone leven, dat Cecile antipathiek was.” Quaerts tracht met Cecile een gesprek te beginnen, maar het verloopt enigszins stroef, doordat Cecile zeer op afstand blijft. De volgende dagen denkt ze een enkele maal aan Quaerts. 
Ze voelt zich opeens treurig en eenzaam: straks als haar jongens zijn opgegroeid, zal ze alleen achterblijven. Het visitekaartje: T.H. Quaerts ligt op het lage tafeltje; er was in die naam iets slechts, iets wreeds”, peinst ze. 
Op een zaterdagmiddag, terwijl Cecile op de van Attema’s zit te wachten, verschijnt onverwachts en onuitgenodigd Taco Quaerts. Cecile ontvangt hem beleefd, maar niet hartelijk. Dan komen de van Attema’s en er ontstaat een algemeen gesprek; even later neemt Taco afscheid. 
Cecile denkt na over het leven dat haar zo vreemd voorkomt. Onder de uiterlijkheid voelt ze een dieper leven, alles schijnt zich te vertonen met een masker, daaronder ligt de waarheid. Weer ziet ze Quaerts in haar gedachten. 
Tijdens een feest van Mevrouw Hoze ontmoet ze hem; gedurende het diner zit hij aan haar rechterzijde. Het gesprek tussen Cecile en Taco verloopt nu geanimeerd, de cirkels van sympathie glijden over elkaar heen. Het gesprek loopt af als de naam van de jonge mevrouw Hijdrecht valt: het is de naam van haar, die zijn maîtresse wordt genoemd. Als Cecile weer thuis is, weet ze heel duidelijk dat ze van Taco houdt. Over het mysterie der liefde verbaast zij zich voortdurend: “ het is een zielenfenomeen, een Schepping van Gevoel, waarvan de god, die geschapen had, evenmin ooit zal zijn te vinden in de intieme essence zijner waarheid, als de God te vinden was, die de wereld had geschapen uit de chaos.” 
Haar extase heeft een aanvang genomen. Taco Quaerts brengt haar verschillende bezoeken: “Quaerts…die naam had een andere klank dan vroeger….Voor het eerst ziet ze dat hij mooi is: een jonge god, breed, slank en gespierd. 
In Taco heersten twee machten: een goede, goddelijke macht en de kwade, beestachtige. Als Taco bij Cecile is, overheerst duidelijk de goddelijke macht. Samen beleven zij in elkaars nabijheid een gelukssfeer, die vooral voor Taco zeer intens is., Echter, hij stelt Cecile te hoog, te verheven: daarover voelt zij zich gelukkig, maar ook zeer treurig. Het is een noodlottig gebeuren. Cecile wil geen vrouw van illusie zijn, maar een vrouw van liefde in alle nederigheid. Ze wil niet de Madonna zijn, die hij in haar ziet. Quaerts bezoekt haar soms lange tijd niet; het beest in hem leeft zich uit in jachtpartijen en drinkfeesten. Hij leeft in deze perioden mateloos onbeheerst, “tact tot zelfleiding ontbrak hem geheel en al, hij leefde zoals hij voelde: geheel in uitersten; er was geen halfheid in hem.” 
In Cecile vindt hij kuisheid en spiritualiteit: een zielsgeluk; in Emilie Hijdrecht het zinnelijk genot en passie: een hartstochtelijk leed. Tussen deze twee werelden slingert Taco Quaerts heen en weer; hij verweert zich niet tegen het noodlot dat in hem leeft. 
Bij Cecile doorvoelt Taco de zielsverrukking van een nieuwe liefde, die platonisch geaard is. 
Cecile strijdt met haar vrouwelijke gevoelens voor Taco, zij aanvaardt geen platonische liefde, maar zijn zinnelijke liefde vragen, weigert ze nog. 
Taco vreest het geluk dat Cecile hem geeft, men mag niet zo vaak gelukkig zijn volgens Taco. De momenten van het geluk ervaart hij echter als volkomen harmonie: 
Tijdens een avondwandeling voelen ze zich opstijgen van de aarde, aan het mens zijn. In deze mystieke sfeer biecht Cecile haar “aardse” vrouwelijke gevoelens op: samen zijn zij gelukkig. In Taco is echter het besef gerijpt dat Cecile geen madonna is, maar een vrouw die liefheeft, die in hem het beest kan wakker roepen; een stille weemoed overvalt hem. Lange tijd komt Taco niet, Cecile ervaart haar eenzaamheid. Dan ontvangt ze zijn brief: Taco vraagt haar elkaar niet meer te ontmoeten. Hij is bang “het heilig geluk, de extase” te vernielen. Cecile is bedroefd, maar dit moest zich noodlottig voltrekken. 
De laatste ontmoeting geeft de strijd tussen ziel en beest: “Hij stond op, nam haar in zijn armen, bijna woest. Zij wrong zich los, weerde hem af en sprak: “En nu…..ga.” Zij overwint zichzelf voor de derde maal: het geluk blijft voortbestaan, ondanks hun gescheidenheid. Zij is God dankbaar voor het hoogste van zijn leven, dat hij door haar kent: het geluk!” 

Wat is Naturalisme
- Een zwakke hoofdpersoon soms ook door erfelijke aanleg
-Taboedoorbrekende seksualiteit
- Objectieve verteller
-Geloofwaardig, de plaatsen bestaan en de gebeurtenissen zijn actueel
-Ontnuchtering in de loop van het verhaal
-Kritiek op de maatschappij
-Geloof- en religieloos wereldbeeld
-Een chronologische tijdsverloop
-natuurlijke dialogen

Er vindt duidelijk een ontnuchtering plaats in het verhaal. Dit gebeurt wanneer Taco voor het eerst realiseert dat Cecile een 'echte' vrouw is en niet het 'perfecte' wezen dat hij in zijn gedachten ziet als hij aan haar denkt. Voor Cecile is dit wanneer zij realiseert dat zij niet meer net kan doen alsof zij zo perfect is.

Verder is er ook sprake van een zwakke hoofdpersoon. Na de dood van haar man blijft Cecile veel binnen en is ze erg nerveus. 
Er wordt ook redelijk veel over seksualiteit gepraat. Zo biecht Cecile op dat ze meer wil met Taco en heeft Taco seksueel contact met mevrouw Hijbregt.
De verteller in dit verhaal is ook objectief en heeft geen mening over de gebeurtenissen in het boek. Verder wordt de omgeving ook heel precies beschreven.
Het is duidelijk dat Nescio de gesprekken tussen personages zo natuurlijk mogelijk over wilde laten komen.

woensdag 10 augustus 2016

Titaantjes

Auteur: Nescio
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Aantal pagina's: 46
Genre: novelle


Samenvatting: (scholieren.com)
Het verhaal gaat over de Titaantjes; Koekebakker, Bekker, Hoyer, Bavink en Ploeger. Ze zijn vaak samen en denken na over het leven, over de rol van God. Ze houden van natuur en vinden de dingen die de meeste mensen als normaal beschouwen, zoals het opgaan van de zon interessant. Waarom gaat de zon dan op, het is ook zo vreemd, de zon is altijd hetzelfde, maar iedere keer anders. Later komen ze tot de conclusie dat het eigenlijk maar saai is, iedere keer herhaalt God hetzelfde, de zon gaat op, de zon valt. De vrienden kunnen zich erg ergeren aan de hogere heren. Het vijftal was altijd van mening, dat de rijke heren, de hoge pieten altijd maar dachten dat ze geslaagd waren in het leven. Maar eigenlijk waren ze dat niet. Ze waren dan wel altijd de baas over de dagindeling van hun werknemers, maar eigenlijk was God de baas. Zoveel betekende die heren nou ook weer niet en als ze niet eens stilstonden bij mooie gedichten of de zon, was je leven dan wel zo geslaagd? Uiteindelijk na al het fantaseren in de natuur, gaat ieder zijn eigen weg. Koekebakker zoekt aan het einde van het verhaal zijn vrienden nog een keer op om te kijken wat er van ze geworden is. Wat er van ze geworden is, zie hoofdpersonen. De vrienden hebben in ieder geval wel afgeleerd om te verlangen naar God. Want uiteindelijk verlang je naar iets, wat er niet is. Je gaat over tot de orde van de dag en het wereldje draait weer verder, dag in, dag uit.

Wat is Neoromantiek:
- Er werd veel kritiek geuit op de maatschappij.
- Escapisme, het willen ontsnappen aan de werkelijkheid, Dit uit zich vaak in beschrijvingen van bovennatuurlijke en geheimzinnige streken.
- Er werd veel gebruik gemaakt van de verbeeldingskracht.

Een groot thema in Titaantjes is de onmogelijkheid om 'vrij' te leven. Uiteindelijk kom je toch in de maatschappij terecht als burger. Alle Titaantjes hebben een verlangen naar iets groters, naar meer. Zij zien de mensen om hen heen als minder en willen dan ook vluchten van het lot als een van hen. Hiermee wordt kritiek geuit op de maatschappij, velen malen wordt herhaald hoe dom en onwetend de doorsnee burger is.
Er zijn een aantal bovennatuurlijke elementen in het verhaal. God is er hier een van. Alle Titaantjes verlangen naar God. Verder verwijst de titel ook naar een bovennatuurlijk element: de Titaantjes zijn namelijk personages in de Griekse Mythologie en zij vechten hard, maar ondergaan uiteindelijk een noodlot
.

dinsdag 19 juli 2016

Tirza

Auteur: Arnon Grunberg
Uitgeverij: Nijgh & van Ditmar
Uitgave:2006
Pagina's 430

Recensie:

Anton van Grunberg is de auteur van Tirza. Hij is geboren op 22 februari 1971 en komt uit een joods gezin. Nadat hij van school was afgestuurd had hij eerst de ambitie acteur te worden. Dit bleek hem niet te bevallen, een aantal jaar later werd zijn eerste boek uitgegeven.

Tirza heeft de Libris Literatuur Prijs en de Gouden Uil gewonnen en het is ook verfilmd.

Samenvatting; (scholieren.nl)
Jörgen Hofmeester is de vader van Tirza en Ibi. Jörgen is geobsedeerd door zijn jongste dochter, Tirza. Ibi is het huis uit. Hij was eerst ook heel erg beschermend over haar, maar toen hij ontdekte dat zij op haar 15e een architect ‘neukte’ en bleek dat dit niet de eerste keer was, was de band tussen hun verbroken. Met Tirza was dit niet zo. Hofmeester heeft Tirza zelfs zo gepusht dat zij op een gegeven moment een eetziekte kreeg. Sindsdien laat hij haar met rust. Zijn echtgenote is in het verhaal vertrokken, maar 6 dagen geleden teruggekomen. Tirza is geslaagd en gaat na haar eindexamen feest naar Afrika met haar vriend Choukri. Hofmeester mag Choukri niet omdat hij sprekend lijkt op Mohammed Atta. Voordat ze weggaan gaan Tirza, Choukri en Hofmeester eerst nog naar een huisje in de Betuwe. Daar vermoord Hofmeester Tirza, hier kom je pas later in het verhaal achter. Later volgt Hofmeester Tirza naar Afrika omdat ze niks van zich laat horen. Ook al weet hij dat ze dood is en dat dus logisch is. Daar ontmoet hij ook Kaisa, hij behandelt haar net als Tirza. Later keert hij terug naar huis omdat Tirza is gevonden.

Met dit boek probeert de auteur duidelijk te maken, dat de mens door de mand gaat vallen. Bij moeilijke situaties wordt een masker opgezet, maar uiteindelijk zal dit masker afvallen. 

Ik vond dit boek niet fijn om te lezen, want de zinnen waren erg langdradig met veel bijzinnen. Er was wel af en toe wat humor te vinden, dit zorgde ervoor dat het toch iets makkelijker te lezen was. Het is een onderwerp dat best zwaar is en dit zet je wel aan het denken. Ik zou dit boek zeker aanraden, omdat het onderwerp erg bijzonder is.



vrijdag 15 juli 2016

De metsiers

 De Metsiers

 Hugo Claus
 1950
 126

Ik heb dit boek in de 4e klas gelezen. 

Samenvatting van scholieren.nl:De oude Mon en Bennie zijn samen met Vette Smelders op (illegale) jacht. Bennie schiet expres net naast Mon. Ze lopen kwaad naar huis terug. Vette Smelders is niet op komen dagen. `s Avonds praten ze nog wat over Jules, de knecht die zich tot het geloof heeft bekeerd. De volgende ochtend praat Mon met de Moeder over een andere boerderij. Bennie is geen zoon van de Metsiers, maar van Mon en Moeder. Mon zegt zelfs, in andere woorden, dat de Metsiers vermoord is. Ana is 3 maanden zwanger. Mon besluit haar te helpen bij een abortus. Ana is in de stad. Bennie vergezelt zijn halfzus tot bij de bushalte. Hij zegt van haar te houden. De verhouding tussen Ana en Vette Smelders is afgelopen. Bennie wil voor altijd bij Ana blijven.

Ana krijgt medicijnen van mevrouw Sassen. Tot haar volgende afspraak moet ze die medicijnen innemen. Bennie is `s morgens niet teruggekomen, hij zit bij Smelders. Hij is stomdronken en vastgebonden aan een stoel, omdat hij wild werd toen ze hem vertelde dat Ana was vermoordt. Dit was een `grapje`. Jules, die woedend is op Smelders, bevrijdt Bennie uit deze situatie. Ana staat `s nachts op een brug, ze komt Jim Braddock tegen. Samen gaan ze schuilen in een tuinhuisje. Jim denkt dat Ana zelfmoord wilde plegen daar op die brug. Hij geeft haar de ene rum na de andere. Ana laat toe, door de drank en haar eigen problemen, dat Jim met haar vrijt. Jules is samen met Bennie teruggekeerd. Jules blijft alleen achter om Bennie te verzorgen. Dat Bennie ongelovig is vindt Jules niet leuk.
Hij twijfelt om Bennie te bekeren omdat hij zo naïef is. Bennie is weer dronken bij Franse Miet. Hij verklapt zijn geheime liefdesgevoel voor Ana en zegt ook dat zij zwanger is. Sinds Mon bij de Metsiers woont is hij niet meer zo levenslustig als vroeger. Vroeger had hij een affaire met de Moeder. Jim gaat bij de Metsiers wonen.
Ana heeft Spijt van haar avontuurtje met Jim. Jules doet Vijandig tegen Jim. Jim voelt zich niet op zijn gemak in de hoeve. De Moeder haat Jim. Ana praat met Bennie over haar avontuurtje. Ana weet Bennie ook te overtuigen dat Franse Miet een slecht mens is. Jules praat met Bennie over de kerk, hij maakt ook de Amerikanen zwart.
Bennie schiet met een revolver op het café van Franse Miet. De Amerikanen worden uitgenodigd voor een eendejacht. Moeder laat nogmaals weten dat ze de Amerikanen haat. Bennie mag zich van de Moeder niet vergelijken met de Amerikanen. Ana zet Bennie aan om zich te wreken op de Amerikanen door te vertellen dat ze geschopt is door Jim. Jim probeert Ana op haar kamer te bezoeken. Tijdens de eendejacht wordt Bennie dodelijk getroffen, Eddie Carter heeft geschoten, Mon wordt geslagen, de Amerikanen vluchten. Ana ligt te rouwen om Bennie, morgen moet zij naar mevrouw Sassen. 

Een vlucht regenwulpen

Een vlucht regenwulpen

 1978
 186
1e druk: 1978

Ik heb dit boek in de 4e klas gelezen.
Samenvatting (scholieren.com) :Maarten, de hoofdpersoon, groeit op als enig kind in een streng gereformeerd gezin. Hij is een heel eenzaam kind, dat het liefst zich terugtrekt in de natuur. Vandaar dat hij vaak met zijn roeiboot door de rietlanden vaart om de verschillende soorten vogels en andere dieren te bewonderen. Er zijn geen andere kinderen om mee te spelen, maar hij is wel graag in het gezelschap van zijn moeder. De relatie met zijn vader is daarentegen niet goed want die is streng en geeft zijn zoon al voor het kleinste vergrijp regelmatig een pak slaag. Hij komt nooit buiten het gebied rond zijn huis, zijn eerste contact met de buitenwereld is als hij in het dorp zijn amandelen moet laten knippen. Vanaf dat moment heeft hij de rest van zijn leven pleinvrees.Korte tijd later gaat hij naar de lagere school. Ook daar kan hij geen contacten met leeftijdgenoten leggen en is hij altijd alleen. Zijn meester vindt hem slim en trekt hem voor boven de andere kinderen. Hij wordt in een apart kamertje gezet waar hij rustig vooruit kan werken. De reactie van de andere kinderen is natuurlijk negatief. Na school wordt hij dan ook achtervolgd door een aantal jongens die hem het meeste pesten. Maar Maarten is heel sterk en verweert zich door een van de jongens in een hoop koeienstront te duwen en de andere drie hard te slaan. Sindsdien hebben de jongens Maarten nooit meer achtervolgd. Als hij op de middelbare school komt wordt hij verliefd op Martha. Hij ontmoet haar bij de redactie van de schoolkrant waar hij in zit. Omdat hij nooit wat tegen haar durft te zeggen, geeft zijn enige vriend Johan Koster hem het advies in de schoolbibliotheek te gaan werken, want daar komt Martha vaak. Omdat Maarten duidelijk verliefd is op Martha, wordt hij op school gepest. Martha hoort daardoor ook al gauw dat Maarten verliefd op haar is en geeft de indruk bang te zijn voor hem. Hij stelt zijn ouders voor dat hij naar een andere kerk gaat de komende zondag in de hoop dat hij haar daar zal zien. Zijn vader ontsteekt in woede bij dit voorstel en denkt dat de duivel in hem is gevaren. Zijn moeder begrijpt echter dat het om een meisje gaat en geeft hem toestemming om naar Martha’s kerk te gaan. Daar krijgt hij de schrik van zijn leven, want Martha leunt tijdens de dienst met haar hoofd op de schouder van een man. Hij gaat sterk twijfelen aan zijn geloof: “ Wat heeft het voor zin als je na de dood naar de hemel gaat terwijl je geliefde je niet ziet staan?”Na zijn middelbare schooltijd gaat Maarten celbiologie studeren in Leiden. Eerst woont hij bij zijn oom en tante op kamers, maar als deze overlijden en zijn vader kort daarna ook overlijdt, trekt hij in bij zijn moeder. Hij houdt heel veel van zijn moeder en vindt het dan ook afschuwelijk als zijn moeder keelkanker krijgt. Omdat hij haar zo ziet lijden, raakt hij nog verder van zijn geloof af. Vlak voor de dood van zijn moeder komen er twee ouderlingen van de kerk op bezoek bij hen. Wanneer zij zeggen dat zijn moeder niet naar de hemel zal gaan door een zonde die zij zou hebben begaan en Maarten bovendien het verwijt krijgt dat hij de laatste tijd te weinig in de kerk komt, breekt hij uit in woede. Hij gooit de twee de deur uit en smijt er zelfs één in het water. Wederom ervaart hij het geloof als bedrog. De dag daarop overlijdt zijn moeder. Op het moment van haar overlijden ziet Maarten een vlucht regenwulpen overvliegen. Dit is een heel emotioneel moment voor hem. Maarten woont nu als hoogleraar in de celbiologie alleen in zijn ouderlijk huis. Op het moment dat het boek begint, is hij druiven aan het plukken voor Jakob en Jacqueline, omdat zij gaan trouwen. Op de receptie van Jakob en Jacqueline ontmoet hij de zus van Martha. Hij praat een tijdje met haar en maakt een afspraak om met haar naar een concert te gaan. Later op die avond wordt hij opgeschrikt door een dwanggedachte dat hij nog maar veertien dagen te leven heeft. Hij rijdt een auto aan en ziet dit als een voorteken van zijn naderende dood. Dit gevoel wordt kort daarop nog versterkt doordat hij in zijn laboratorium zijn hand verwondt. Een paar dagen later gaat hij naar een reünie van zijn oude middelbare school, in de hoop dat hij daar Martha weer ziet. Zij is inderdaad aanwezig en zegt hem zelfs goedendag. Ze is al getrouwd en heeft twee kinderen van wie ze foto’s laat zien. Maarten is heel blij met deze ontmoeting, maar het levert verder geen nader contact op. Maarten gaat vervolgens naar een congres over weefselkweek in Bern en wordt daar ontvangen door een vrouwelijke Franse collega, die Adrienne heet. Samen met haar gaat hij uit eten. Ook al is ze tien jaar ouder dan hij, toch voelt hij zich tot haar aangetrokken. Hij houdt een lezing, waarna een feest plaatsvindt. Maarten heeft het niet naar zijn zin want hij ziet dat Ernst, een andere collega, en Adrienne het wel erg goed kunnen vinden met elkaar. De dag daarna gaan ze een tocht door de bergen maken en hierbij komt Maarten ten val. Hij ziet zichzelf dan al dood gaan. De nacht daarop ziet hij in een koortsvisioen het gezicht van Martha vervagen, wat hem een vredig gevoel geeft. Dit is tevens het einde van het boek...
Thema's
Liefde, dood, geloof, relaties

Mening:
Ik vond dit boek niet heel geslaagd.Het taalgebruik is erg ouderwets en het boek is moeilijkt te lezen.Ondanks dat de thema's wel relevant zijn in mijn leven, vond ik het niet leuk om te lezen.